Een gezonde werplek houdt mij de gehele dag scherp en productief!

Ik leef gezond dus moet mijn woonomgeving ook gezond zijn.

Ik probeer straling en gifstoffen in het binnenmilieu te voorkomen.

Een gezonde werplek houdt mij de gehele dag scherp en productief!

Binnenklimaat

Binnenklimaat

Onder "klimaat" of "thermisch klimaat" wordt verstaan: de combinatie van omgevings- factoren die de warmte- en vochtuitwisseling tussen de mens en zijn omgeving bepaald. De factoren zijn: de luchttemperatuur, de (gemiddelde) stralingstemperatuur, de luchtbeweging en de luchtvochtigheid. Vaak wordt tot het binnenklimaat ook de luchtreinheid gerekend.

Thermisch comfort

Het klimaat is thermisch comfortabel als mensen geen behoefte hebben aan een hogere of lagere temperatuur. De mate waarin mensen het klimaat als (on)comfortabel ervaren hangt samen met de warmte-isolatie van de kleding en met de ontwikkelde interne lichaamswarmte, die op zijn beurt afhankelijk is van de lichamelijke activiteit. Over thermisch comfort is veel bekend. Eisen zijn nauwkeurig te geven.

Uit de praktijk blijkt dat het thermisch comfort vooral wordt bedreigd door tocht en temperatuurverschillen. Bij tocht gaat het om de combinatie van luchtsnelheid, luchttemperatuur en het karakter van de luchtstroming (mate van turbulentie). Bij temperatuurverschillen zijn het de verschillen in de tijd (fluctuaties en verloop) en de ruimtelijke verschillen (gradiënten) die het comfort beïnvloeden.

Olfactief comfort (luchtreinheid)

Het comfort dat samenhangt met de luchtreinheid kan worden aangeduid met "olfactief' comfort (olfactief = reukzin betreffend). Hiervan is minder bekend dan van thermisch comfort. Vele stoffen kunnen de lucht olfactief verontreinigen. Slechts van een beperkt aantal stoffen is het verband bekend tussen de concentratie van die stoffen in de lucht en de mate van geurhinder. Complicerend is dat de geurwaarneming door thermische factoren en adaptatie worden beïnvloed. Bovendien kunnen verontreinigingen hinder, zoals slijmvliesirritatie, veroorzaken.

Voor het beoordelen van de luchtreinheid wordt vaak gebruik gemaakt van indicator- stoffen, zoals kooldioxide. Verblijfsruimten met een concentratie van meer dan 0,1 vol.% CO2 worden doorgaans bedompt of onfris gevonden, terwijl 0,08 vol.% wordt genoemd als grenswaarde i.v.m. klachten. Omdat de CO2-produktie van mensen bekend is, en afhankelijk is van de activiteit, kan op basis van dit gegeven de verse luchthoeveelheid per persoon worden vastgesteld.

Bij CO2 als indicator wordt alleen de mens als verontreinigingsbron in aanmerking genomen. Andere bronnen, zoals bouw- en inrichtingsmaterialen en vervuilde installaties, leveren vaak grotere bijdragen aan de binnenluchtverontreiniging. Om deze reden wordt ook wel de concentratie van meer stoffen, zoals de groep vluchtige organische verbindingen (VOC's), als indicator gebruikt. Een nieuwe benadering is het Dictaat Technische installaties eisen binnenklimaat beoordelen van de luchtreinheid met proefpersonen ("geurpanels"). De waarnemingen van het panel worden uitgedrukt in "decipol" (eenheid van geursterkte). De geursterkte is te herleiden tot bronsterkte. De eenheid van bronsterkte is de "olf'  De geursterkte is afhankelijk van de bronsterkte en de hoeveelheid verse lucht die door de ruimte stroomt.

De tot nu toe meest gebruikelijke luchtreinheids-eisen worden gesteld in de vorm van hoeveelheden per persoon toe te voeren verse lucht. Ook wel worden ventilatie-vouden aangegeven, afhankelijk van de functie van ruimten.

Laten meten

Bouwbiologie Zwolle meet uw binnenmilieu. Wilt u uw medewerkers een gezonde werkomgeving bieden, klik dan hier voor het maken van een afspraak.

 

Logo binnenklimaat