Gezondheidsklachten straling al bekend sinds jaren 50
Dieren en planten liegen niet, effecten bekend bij mens en natuur.
Algemeen wordt aangenomen dat de eisen die de overheid stelt aan mobiele telefonie providers voor het zendvermogen van hun antennemasten de bevolking beschermen. Helaas is er voldoende onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek die het tegendeel bewijst. De straling waar we aan worden blootgesteld is veel te hoog.
Onderzoeken naar morbiditeit en mortaliteit van mobiele telefoons en draadloze technologie op de natuur is ruimschoots onderzocht o.a. op:
- Zangvogels
- Bijen
- Koeien
- Muizen
- Ampfibiën
- Bomen en planten
Radiogolfziekte bij mensen
Tijdens de jaren 1950 werden klinieken opgericht in Moskou, Leningrad en andere steden in de Sovjet-Unie en Oost-Europa om duizenden werknemers die lijden aan een nieuwe beroepsziekte – een ziekte die ook in de Verenigde Staten werd gemeld – te bestuderen en te behandelen, maar die in de Verenigde Staten noch bestudeerd, noch behandeld werd. De nieuwe ziekte kreeg de naam radiogolfziekte.
Deze patiënten vervaardigden, inspecteerden, repareerden of werkten met microgolfapparatuur. Sommigen werkten in radarfaciliteiten, andere voor radio- of tv-stations of telefoonmaatschappijen. Nog anderen werkten met radiofrequentieverwarmers en -sealers die in een groeiend aantal industrieën worden gebruikt met technologie die tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld is.
Deze werknemers werden alleen tijdens werktijd blootgesteld aan microgolfstraling. En ze waren blootgesteld aan niveaus van straling die lager waren dan waar het grote publiek nu aan wordt blootgesteld, uren per dag, of zelfs de hele tijd, van hun mobiele telefoons en andere draadloze apparaten.
Klachten
De patiënten in deze klinieken leden aan hoofdpijn, vermoeidheid, zwakte, slaapstoornissen, prikkelbaarheid, duizeligheid, geheugenproblemen, seksuele stoornissen, huiduitslag, haaruitval, verminderd eetlust, indigestie en soms gevoeligheid voor zonlicht. Sommigen hadden hartkloppingen, stekende pijn in het gebied van het hart en kortademigheid na inspanning. Velen ontwikkelden emotionele instabiliteit, angst of depressie, en enkelen kregen manie of ontwikkelden paranoia.
Wanneer ze lichamelijk onderzocht werden, hadden ze last van acrocyanosis (blauwe vingers en tenen), verminderde reukzin, zweten, tremoren, veranderde reflexen, ongelijke pupilgrootte, hartritmestoornissen en onstabiele pols en bloeddruk. Ze hadden abnormale EEG's en EKG’s en, in vergevorderde stadia, tekenen van zuurstoftekort naar het hart en de hersenen. Sommigen ontwikkelden grauwe staar (cataract).
Bloedonderzoek toonde hyperactieve schildklier, een verhoogd histamine-niveau, een verhoogde bloedsuikerspiegel, een verhoogd cholesterol- en triglyceriden-niveau, een toename van bloedeiwitten, een afname van de albumine- globulineverhouding, verminderde bloedplaatjes en rode bloedcellen, en abnormaal hoge of lage aantallen witte bloedcellen.
Hoewel slechts ongeveer 15% van de microgolfwerkers klaagde over hun ziekte, en slechts 2% stopte met werken, onthulde laboratoriumwerk afwijkingen bij de meerderheid van de werknemers.
Frequentie belangrijker dan vermogen?
Waar in stralingsnormen er van uit gegaan wordt dat de zendvermogens bepalend zijn, is er steeds meer bewijs dat juist frequenties, pulsen en modulaties een groot biologisch effect hebben.
Een interessant artikel van Arthur Firstenberg wordt gerefereerd aan de diverse wetenschappelijke publicaties en is een interessante tabel te zien over de onderzochte effecten bij welke (kleine) stralingsniveaus deze optreden.
Meer informatie: Bel 0641478686 of vul het contactformulier in.